- zullen
- {{zullen}}{{/term}}1 [moeten] 〈weergegeven door gebruik toekomende tijd〉⇒ devoir2 [ter vorming van de toekomende tijd] 〈weergegeven door gebruik toekomende tijd〉 ⇒ 〈nabije toekomst〉aller 〈+ onbepaalde wijs〉3 [van modaliteit] 〈weergegeven door gebruik toekomende tijd〉 ⇒ 〈afspraak, waarschijnlijkheid ook〉devoir♦voorbeelden:1 je zult dat laten! • veux-tu t'arrêter?!gij zult niet stelen • tu ne voleras pas2 je zult er eens spijt van hebben • tu le regretteras un jourik heb beloofd te zullen komen • j'ai promis de venirik zal het je vertellen • je vais te le raconterzul je voorzichtig zijn? • tu seras prudent?〈als bedreiging〉 wacht maar, ik zal je! • ne t'en fais pas, je t'aurai!wat zou dat? • et alors?zou je ze niet? • il y a des gifles qui se perdent!3 wat zullen we nu beginnen? • que faire?zou je denken? • vraiment?als ik het kon, zou ik het doen • si je pouvais, je le feraiszou je niet eens naar bed gaan? • et si tu allais te coucher?het zal je gebeuren! • je ne te le souhaite pashij zal je niet gehoord hebben • il n'a pas dû t'entendrehij zou malversaties gepleegd hebben • il se serait livré à des malversationsmen zou menen (dat) • on croirait que 〈+ aantonende wijs〉hij zou zijn ouders niet meer terugzien • il ne devait jamais revoir ses parentsde trein zou juist vertrekken • le train allait partirhet zal je kind maar wezen! • on est verni avec un gosse pareil!wij zouden om 9 uur bij het station zijn • nous devions être à la gare à 9 heuresdat zal wel • probablement 〈ironisch〉het zou wat! • et alors! ↓ mon oeil!
Deens-Russisch woordenboek. 2015.